Gevaarlijke stoffen in de bouw

Gevaarlijke stoffen in de bouw

Werksituaties en functies in de bouw zijn divers. Medewerkers kunnen blootgesteld worden aan gevaarlijke stoffen in producten die zijn voorzien van een gevaarsymbool, maar ook aan gevaarlijke stoffen die tijdens het werk ontstaan.

Eén van de gevaren voor werknemers in de bouw is het werken met gevaarlijke stoffen. Het aantal werksituaties en functies in de bouw is zeer groot en zeer divers. Daaruit voorvloeiend is ook het aantal gevaarlijke stoffen zeer groot en zeer divers. In dit artikel wordt in hoofdlijnen op het onderwerp ingegaan. Het doel is handvatten om te geven voor het oplossen van de volgende vragen:
1. Aan welke gevaarlijke stoffen kunnen medewerkers worden blootgesteld?
2. Welke effecten kunnen deze stoffen hebben?
3. Hoe kan de blootstelling aan gevaarlijke stoffen worden beoordeeld?
4. Welke maatregelen zijn mogelijk?

Aan welke gevaarlijke stoffen kunnen medewerkers worden blootgesteld?
Er zijn twee vormen van gevaarlijke stoffen te onderscheiden:
1. Producten die voorzien zijn van een gevaarsymbool;
2. Gevaarlijke stoffen die tijdens het werk ontstaan.


In de bouw wordt gewerkt met diverse producten die voorzien zijn van een gevaarsymbool, zoals kitten, verven, cement, isolatiematerialen en plamuren. De leverancier van deze producten is verplicht om een veiligheidsinformatieblad (VIB) te leveren. Door deze VIB’s te verzamelen en op te nemen in het gevaarlijke stoffen register ontstaat inzicht in de producten die gebruikt worden in het bedrijf en/of op projecten.


Lastiger zijn de stoffen die tijdens het werk ontstaan. Binnen de bouw kan dit bijvoorbeeld (kwarts)stof zijn, dat ontstaat bij het bewerken van zandachtige materialen. Maar ook houtstof of dieselmotoremissies (DME) die ontstaat bij het werken in een omgeving met dieselaangedreven materieel of verkeer. Om in kaart te brengen welke gevaarlijke stoffen in een bepaalde situatie kunnen ontstaan, kunnen diverse bronnen geraadpleegd worden. De branche RI&E, de arbocatalogus, onderzoeken uitgevoerd door brancheverenigingen en vakliteratuur. Bij bouwprojecten is het in ieder geval goed om na te gaan of er sprake is van de volgende stoffen/situaties:

  • Kwartsstof;
  • Houtstof;
  • DME;
  • Lasrook;
  • Metalen en metaalverbindingen uit oude conserveringslagen (w.o. Chroom VI);
  • Verontreinigde grond.

Welke effecten kunnen deze stoffen hebben?
In veiligheidsinformatiebladen staat welke veiligheids- en gezondheidseffecten producten kunnen hebben. Helaas zijn deze bladen niet altijd makkelijk leesbaar. Een goed alternatief hiervoor zijn de productgroep bladen die door het voormalige Arbouw (kenniscentrum voor arbeidsomstandigheden in de bouw) zijn gemaakt. In PISA (Productgroep Informatie Systeem Arbouw) staat per productgroep wat de belangrijkste gevaren en effecten zijn van producten. De organisatie die een deel van de taken van Arbouw heeft overgenomen, Volandis, stelt PISA via hun website nog steeds ter beschikking.


Algemene informatie over gevaarlijke stoffen in de bouw is te vinden op de website van Volandis en van de arbocatalogus bouwnijverheid. Daarnaast geven diverse brancheverenigingen informatie op hun websites weer.


Hoe kan de blootstelling aan gevaarlijke stoffen worden beoordeeld?
In bouwsituaties is een grotere diversiteit aan projecten en omstandigheden dan in de meeste andere bedrijven. Dit is lastig bij het beoordelen van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Een meting in één situatie zegt dan niets over de blootstelling in een andere situatie. De bouwbranche heeft in het verleden veel metingen verricht naar blootstellingssituaties. Rapporten hierover zijn voor een deel nog verkrijgbaar via Volandis en kunnen bruikbaar zijn om een inschatting te maken van blootstelling binnen het eigen bedrijf. Daarnaast zijn de resultaten verwerkt in Stoffenmanager Bouwnijverheid. Dit is een model waarmee de blootstelling aan gevaarlijke stoffen ingeschat kan worden. Tenslotte voeren ook brancheverenigingen onderzoeken uit naar de blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij bepaalde werkzaamheden. Het is aan te raden de branchevereniging hiervoor te benaderen. Als er geen resultaten op brancheniveau zijn, dan zal de blootstelling aan gevaarlijke stoffen bepaald moeten worden. Meer informatie hierover is opgenomen op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: zelfinspectie gevaarlijke stoffen.

Welke maatregelen zijn mogelijk?
Net als in alle bedrijven, moet de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beperkt of voorkomen worden door het volgen van de arbeidshygiënische strategie:

  1. Bronaanpak
  2. Collectieve maatregelen
  3. Individuele maatregelen
  4. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)

Normaal gesproken mag een lagere maatregel toegepast worden als een hogere redelijkerwijs niet mogelijk is. Voor kankerverwekkende en mutagene stoffen geldt het redelijkerwijs principe niet. Dit houdt in dat kankerverwekkende stoffen vervangen moeten worden als dit technisch uitvoerbaar is. Dit geldt in de bouw dus onder andere voor kwartsstof, DME en asbest.
 

Bronaanpak
Het bijzondere aan de bouw is dat er sprake is van een keten. De opdrachtgever wil iets, de architect ontwerpt het, de hoofdaannemer neemt de opdracht aan, een onderaannemer voert een specifiek deel hiervan uit en huurt daarvoor dan niet zelden een zelfstandige in. Dit houdt in dat degene die het werk uitvoert, weinig zeggenschap heeft over het product dat gebruikt wordt of over de werkmethode die wordt toegepast. Bronaanpak is daarom lastig. Het is belangrijk dat opdrachtgever en architect al bij het ontwerp nadenken over de mogelijkheden om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te beperken. Voorbeelden zijn het toepassen van materialen met een laag kwartsgehalte zoals marmer, het vooraf instorten van leidingdoorvoeren, het toepassen van goede stramieneenheden waardoor afkorten van materialen minder vaak voorkomt, et cetera. Maar in geval van de wegenbouw is het omleiden van verkeer (een bron van DME) ook een voorbeeld van bronaanpak. De opdrachtgever heeft ook invloed op het toepassen van andere maatregelen; meer bouwtijd betekent bijvoorbeeld dat partijen na elkaar kunnen werken en niet onnodig in elkaars stof staan. Hoewel deze ketenverantwoordelijkheden al jaren vastliggen in het Arbobesluit, blijft dit in praktijk een moeilijk proces.


Collectieve maatregelen
Een belangrijke collectieve maatregel die de laatste jaren steeds beter wordt doorgevoerd in de bouw is het toepassen van afzuiging op het gereedschap. De blootstelling aan (kwarts)stof is hierdoor aanzienlijk verminderd. Bij het toepassen van afzuiging is het van belang dat de stofzuiger, opvangkap en het gereedschap goed op elkaar aansluiten en voldoende capaciteit hebben. Zowel TNO als Volandis hebben keuzewijzers gemaakt waarmee gecontroleerd kan worden of de juiste combinatie gebruikt wordt.
Zowel bij afzuiging van machines (zoals de bekende bouwcirkelzaag op de bouw) als bij afzuiging op gereedschap is onderhoud van alle onderdelen belangrijk. Gescheurde stofslangen zuigen valse lucht aan en geen stof. Alle onderdelen van het afzuigsysteem moeten daarom periodiek gekeurd worden. Tijdens het gebruik moeten stofzakken op tijd geleegd worden. Daarbij moet stofblootstelling voorkomen worden. Het afbinden van stofzakken met kabelbinders (ty-raps) en daarna pas verwijderen heeft de voorkeur. Het leegschudden van stofzakken is vanzelfsprekend uit den boze, maar is in de praktijk nog regelmatig te zien.

 

 

Afb.1. Netjes afgeknoopte stofzakken (eerst ty-wrap, daarna afhalen). Erachter de stofzuiger.

 


Afb.2. Bigbag waarin zojuist een stofzuigerzak is geleegd.

 

 

Afb.3.Op maat slijpen dakpannen met stofafzuiging.

Ademhalingsbescherming

Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen toegepast worden als het niet mogelijk is de blootstelling aan gevaarlijke stoffen op een andere wijze afdoende te verminderen. Voor PBM gelden in de bouw dezelfde voorwaarden en bijzonderheden als voor andere werkomgevingen. Volandis heeft goede informatie over ademhalingsbescherming die toegespitst is op de bouw. Enkele bijzonderheden uit deze informatie:

  • Wegwerpmaskers (snuitjes) sluiten slecht aan op het gezicht. Wanneer lucht langs het masker lekt, wordt dit niet gefilterd; er is geen bescherming. Het gebruik van wegwerpmaskers is daarom af te raden.
  • Werk in de bouw is vaak fysiek zwaar. Ademhalingsbescherming zorgt voor hogere ademweerstand, wat het werken nog zwaarder maakt. Het werken met aangeblazen maskers heft deze ademweerstand op. Bovendien zorgt het voor overdruk achter de kap of in het masker, waardoor vuile lucht niet via lekkages in de ademzone komt.

Bescherming van de huid

Bepaalde gevaarlijke stoffen hebben ook invloed op de huid. Blootstelling aan sommige stoffen, zoals epoxies en isocyanaten, kunnen leiden tot huidallergie. Andere stoffen, zoals oplosmiddelen, kunnen opgenomen worden door de huid en zo opgenomen worden in het lichaam. Daarnaast is het zo dat de huid en met name de handen van medewerkers in de bouw snel kunnen beschadigen door het werken met ruwe materialen (schaven, schuren) en het werken in de buitenlucht (droge huid). Een beschadigde huid is extra gevoelig voor sensibilisering (het opbouwen van een allergie) en neemt ook sneller stoffen op. Het gebruik van beschermende kleding en handschoenen kan daarom bij bepaalde werkzaamheden noodzakelijk zijn. Informatie hierover is opgenomen op de website van Volandis. Drie punten die voor de bouw van extra belang zijn:

 

  • De standaard werkhandschoen die gemarkeerd is met het symbool van een hamer/aambeeld beschermt niet tegen chemische stoffen. Ook niet als de handschoen aan de handpalmzijde is gedipt (rubberachtige laag).
  • Een chemisch bestendige handschoen (symbool erlenmeyer) beschermt niet tegen alle chemische stoffen. Per stof moet bekeken worden welk type handschoen (nitril, neopreen, etc) geschikt is en welke handschoendikte noodzakelijk is.
  • Het gebruik van latex handschoenen wordt afgeraden, omdat sommige mensen allergisch worden voor latex door het gebruik dit type handschoen.
     

 

Percentage kwarts per materiaal:

 

 

Bronnen en relevante artikelen:

Volandis: Hoe werk ik veilig met stoffen die schadelijke producten bevatten.

www.stofvrijwerken.tno.nl/

arbocatalogi-bouwnijverheid.nl

gevaarlijkestoffen.zelfinspectie.nl

Arbeidsveiligheid.net Gevaarlijke stoffen wetten en regels

Arbeidsveiligheid.net WIK's essentiële veiligheidsinformatie op een logische plek

Arbeidsveiligheid.net Beoordeling blootstelling aan dieselmotoren emissies

Arbeidsveiligheid.net Werken met verontreinigde grond

Arbeidsveiligheid.net TRA Lassen in besloten ruimten

 

 

 

Gevaarlijke stoffen