Vijf essentiële stappen om spanningsloos te werken

Vijf essentiële stappen om spanningsloos te werken

Elektriciteit hoor je niet, zie je niet en ruik je niet en het gevaar kan levensbedreigend zijn. Werk daarom bij voorkeur spanningsloos aan installaties. Is een schakelaar omzetten voldoende? Nee, doorloop vijf essentiële stappen om echt veilig te werken. Deel 3 in de serie over elektriciteit.

Spanningsloos werken

Uit ons voorgaande artikel Organiseer het werken met elektriciteit goed is al gebleken dat niet iedereen zomaar werkzaamheden aan of nabij elektrische installaties mag uitvoeren. Dat er dus goede afspraken gemaakt dienen te worden.

Nu we weten hoe we de organisatie kunnen inrichten, zullen we ook afspraken moeten maken over het veilig werken aan de installaties en dat dit - bij voorkeur - spanningsloos moet!

Maar is dan de schakelaar uitzetten voldoende om spanningsloos te werken en is dat dan ook hetzelfde als Lock-out en Tag-out Try-out (LOTOTO)?

Met betrekking tot het veilig werken aan, met of nabij elektrische installaties zijn het Arbobesluit en een aantal Nen-normen bepalend.

Voor wat betreft het Arbobesluit betreft dit de volgende artikelen:

  • Artikel 3.1a: koppelt de eisen gesteld aan elektrische installaties aan de eisen aan de woningwet en het bouwbesluit.
  • Artikel 3.4: stelt eisen aan ontwerp, aanleg, inrichting en onderhoud aan elektrische installaties en het bijbehorende tekenwerk en schema’s.
  • Artikel 3.5 stelt eisen aan elektrotechnische-, bedienings- en andere werkzaamheden aan of nabij elektrische installaties

Dit betekent in de praktijk dat minimaal moet worden voldaan aan:

  • NEN 1010  Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties
  • NEN EN IEC 60204 Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting van machines
  • NEN 3140 +A3 Bedrijfsvoering van elektrische installaties – Laagspanning

 

Om veilig te kunnen werken aan een installatie zegt het Arbobesluit artikel 3.5 lid 3 ons dat werkzaamheden aan of in de nabijheid van een elektrische installatie slechts worden uitgevoerd indien de installatie of het gedeelte waaraan of in de nabijheid waarvan wordt gewerkt, spanningsloos is.

Om nu aan het artikel 3.5 lid 3 te kunnen voldoen maken we gebruik van de NEN 3140 + A3. Deze beschrijft in bepaling 6.2 dat bij het spanningsloos werken de werkplek duidelijk moet worden bepaald en dat de volgende vijf essentiële eisen - in de aangegeven volgorde - moeten worden aangehouden:

  1. Scheiden (lock-out)
  2. Beveiligen tegen opnieuw inschakelen (Tag-out)
  3. Controleren of de elektrische installatie spanningsloos is (Try-out)
  4. Aarden en kortsluiten
  5. Actieve delen afschermen.

 

1. Scheiden

In de NEN 3140 onder bepaling 6.2.2 staat beschreven dat het gedeelte van de elektrische installatie waaraan wordt gewerkt, van alle voedingsbronnen moet zijn gescheiden (lock-out).

Maar wat betekent dan nu gescheiden zijn?

Simpel gezegd is het scheiden van alle voedingsbronnen de installatie loskoppelen van alle elektrische actieve delen. Belangrijk hierbij is dat in de NEN 1010 beschreven staat dat de 3 fasen (L1, L2 en L3) en de nul gezien worden als een actief deel!

Een scheiding kan dus bestaan uit een luchtweg of isolatiemateriaal. Meestal zal de scheiding bestaan uit een luchtweg die ontstaat bij het openen van contacten. De luchtweg moet, voor installaties tot 1000V~, minimaal 4 mm groot zijn.

Niet bij alle schakelaars worden de contacten zover opgelicht. Daarom worden er verschillende symbolen gebruikt voor schakelaars en scheiders. Als het symbool niet op de schakelaar staat, dan kan in de documentatie van de fabrikant worden opgezocht of de schakelaar de vereiste scheidende eigenschappen heeft.

 

Magneetschakelaars en thermische relais mogen nooit als scheider worden gebruikt, ook als de contacten ver genoeg openen. Het gebeurt regelmatig dat één van de contacten van een magneetschakelaar inbrandt en kan blijven plakken. Heeft men alleen de magneetschakelaar uitgeschakeld om de motor te demonteren, dan ontstaat een levensgevaarlijke situatie.

Werkschakelaars in hoofdstroomcircuits worden zowel scheidend als niet-scheidend toegepast. Het is daarom noodzakelijk, wanneer werkschakelaars worden gebruikt om spanningsloos te werken, die te controleren op scheidende eigenschappen. Het heeft de voorkeur om dat in een risico-inventarisatie vooraf te bepalen en het niet steeds ter plaatse tijdens uitvoering uit te laten zoeken.

In de nieuwe NEN 1010 is dit ook aangepast en hierin staat nu dat ook voor niet- elektrische werkzaamheden de werkschakelaar voorzien moet worden met scheider eigenschappen.

De wijze en plaats in de installatie waar de scheiding tot stand wordt gebracht, hangt af van de uitvoering van de installatie. Een scheiding kan worden aangebracht door bijvoorbeeld:

  • Hoofdschakelaar uitzetten,
  • Installatie automaat uitzetten,
  • Motor beveiligingsschakelaar uitzetten,
  • Groepenschakelaar uitzetten (niet de oudere types),
  • Stekker loskoppelen.

Smeltpatronen zullen vaak in combinatie met de groep schakelaar gebruikt worden. Dit omdat bij het verwijderen van de smeltpatronen de nul niet gescheiden wordt en alleen de 3 fasen L1, L2 en L3.

 

2. Beveiligen tegen opnieuw inschakelen

In de NEN 3140 onder bepaling 6.2.3 staat beschreven dat het schakelmaterieel dat is gebruikt om de elektrische installatie tijdens de werkzaamheden te scheiden, moet zijn beveiligd tegen inschakelen. Bij voorkeur door vergrendeling van het bedieningsmechanisme en het plaatsen van een waarschuwingsbord of label (Tag-out).

 

Foto toepassing slot en label

Als vergrendeling van het bedieningsmechanisme niet mogelijk is, moeten gelijkwaardige, in de praktijk beproefde, maatregelen worden genomen.

 

Foto: dummy zekeringen

 

Foto: vergrendelingsattributen

 

Als voor de bediening van het schakelmaterieel een hulpvoedingsbron nodig is, moet die voedingsbron buiten bedrijf zijn gesteld en zijn vergrendeld.

Waar beveiliging tegen inschakelen op afstand plaatsvindt, moet worden verhinderd dat deze beveiliging elders ongedaan kan worden gemaakt. Alle toestellen voor signaleringen en beveiligingen voor dit doel moeten betrouwbaar zijn.

 

3. Controleren of de elektrische installatie spanningsloos is

In de NEN 3140 onder bepaling 6.2.4.1 staat beschreven dat de spanningsloze toestand van de elektrische installatie op of zo dicht mogelijk bij de werkplek moet worden vastgesteld. De elektrische installatie moet dan ook na de volledige scheiding spanningsloos (0 volt) zijn.

Belangrijk hierbij is dat er rekening gehouden moet worden met het kunnen ontladen van condensatoren, kabels en frequentieomvormers.

Volgens bepaling 6.2.4. 101 staat beschreven dat voor het vaststellen van de spanningsloze toestand (Try-out) een tweepolige spanningsaanwijzer moet worden gebruikt die voldoet aan NEN-EN-IEC 61243-3 of een gelijkwaardig instrument.

Bij het vaststellen van de spanningsloze toestand is het belangrijk dat de tweepolige spanningsaanwijzer voor en na het gebruik gecontroleerd worden op de goede werking. Na het aantonen van de spanningsloze toestand is het natuurlijk ook aan te bevelen om de veilig gestelde machine, motor of installatiedeel te proberen op te starten (TRY-OUT).

 

Foto: dubbelpolige spanningsaanwijzer, duspol

 

4. Aarden en kortsluiten

Met aarden en kortsluiten wordt volgens de NEN 3140 bepaling 6.2.5 beschreven dat als niet met zekerheid vaststaat dat alle delen van een elektrische installatie waaraan wordt gewerkt spanningsloos blijven, de actieve delen kortsluitvast en betrouwbaar moeten worden geaard en kortgesloten.

Dat een elektrische installatie spanningsloos blijft, is niet zeker als:

— de elektrische installatie onoverzichtelijk is;

— een vreemde voeding mogelijk is;

— een leiding elektrisch beïnvloedbaar is.

 

Om een installatie goed te aarden en kort te sluiten is het belangrijk dat eerst het aardpunt wordt aangesloten en daarna de actieve delen L1, L2 en L3. Bij het weghalen van de verbindingen moet dit in omgekeerde volgorde gebeuren. Ook is het belangrijk dat aardingen en kortsluitingen op of zo dicht mogelijk bij de werkplek worden aangebracht en waar mogelijk moeten deze vanaf de werkplek zichtbaar zijn.

 

Foto: aardingsgarnituur

 

5. Actieve delen afschermen

Volgens NEN 3140 bepaling 6.4.2 moeten bij werkzaamheden die worden uitgevoerd waarbij actieve delen een elektrisch gevaar kunnen opleveren, beschermingsvoorzieningen worden aangebracht.

 

Deze bepaling klinkt vreemd daar we zeggen dat alle actieven delen spanningsloos moeten zijn. Het kan echter voorkomen dat delen van een installatie niet spanningsloos zijn en volgens de NEN 3140 toch spanningsloos bekeken worden. Dit zal in het artikel onderspanning werken besproken worden!

 

Toestemming om met de werkzaamheden te starten.

Nadat de maatregelen zoals hierboven beschreven genomen zijn mogen de werkzaamheden door de bevoegde en dus door de werkverantwoordelijke schriftelijk aangewezen personen uitgevoerd worden. Het is hierbij belangrijk dat de uitvoerende medewerkers zichzelf ervan (laten) overtuigen dat de elektrische installatie op de juiste wijze spanningsloos is gemaakt.

 

Inschakelen na werkzaamheden

Na voltooiing en controle van de werkzaamheden moeten alle gereedschappen en hulpmiddelen worden verwijderd en moeten de personen die niet langer nodig zijn de werkplek verlaten.

Wanneer de werkverantwoordelijke ervan overtuigd is dat de elektrische installatie kan worden ingeschakeld, moet aan de installatieverantwoordelijke worden medegedeeld dat de werkzaamheden zijn voltooid en dat de elektrische installatie gereed is voor inschakelen.

Pas na verkregen toestemming van de installatieverantwoordelijke mag met de inschakelprocedure worden begonnen.

Bij de inschakelprocedure moeten de volgende handelingen - in de aangegeven volgorde - worden uitgevoerd:

1) het verwijderen van de beschermingsvoorzieningen;

2) het verwijderen van het materieel voor aarden en kortsluiten;

3) het verwijderen van beveiligingen tegen inschakelen;

4) het opheffen van de scheiding;

5) inschakelen.

 

Bij het verwijderen van de aarding en kortsluiting moeten eerst alle verbindingen met de actieve delen worden losgemaakt en pas daarna de verbinding met het aardpunt. Zodra één van de veiligheidsmaatregelen ongedaan is gemaakt, moet het desbetreffende deel van de elektrische installatie als spanning voerend worden beschouwd.

 

Conclusie

Zoals in ons vorige artikel al beschreven kunnen we ook nu concluderen dat het belangrijk is dat alleen medewerkers met kennis en kunde werkzaamheden mogen uitvoeren aan of nabij een elektrische installatie. Het is niet eenvoudig om zonder kennis van een elektrische installatie, deze op de juiste wijze en met de juiste componenten, volledig spanningsloos te maken voor het uitvoeren van werkzaamheden.

Het is dan ook belangrijk dat de installatieverantwoordelijke de installatie beoordeelt volgens de NEN 1010 en NEN EN IEC 60204 en bepaalt op welke plaats in de installatie en met welk component de installatie spanningsloos gemaakt kan worden. Ook bepaalt de installatieverantwoordelijke samen met de werkverantwoordelijke welk dubbelpolig spanningsaanwijzer gebruikt dient te worden voor het aantonen van de spanningsloze toestand.

Het spreekt voor zich dat de betrokken medewerkers door middel van instructies, toolboxmeting, toezichtrondes enz. onderricht en hierover op de hoogte gesteld moeten worden.

Het is wel belangrijk om nog aan te geven dat in dit artikel geschreven is vanuit het oogpunt elektrisch veiligstellen. Het is dus niet vanzelfsprekend dat na het toepassen van deze belangrijke 5 stappen,  alle energiebronnen veiliggesteld zijn zoals in de LOTOTO procedure bedoeld en beschreven is.

Het is enkel een onderdeel van de volledige LOTOTO procedure!

 

 

Lees verder:

In een aantal artikelen gaan Gerard Drost en Peter Vroomen in op onder meer de risico's, de organisatorische aspecten bij elektriciteit, PBM's, gereedschappen, onder spanning of spanningsloos werken en bijzondere ruimtes. Dit artikel is het derde deel in de serie. Eerdere artikelen zijn:

De risico's van werken met elektriciteit

Laat niet iedereen zomaar met elektriciteit werken. Organiseer deze taken goed.

En de bijbehorende tool:

Voorbeeld aanwijsformulier voldoend onderricht persoon

Zoekwoorden
Spanningsloos
NEN
Arbobeleid
Elektriciteit

Elektrische veiligheid