Veiligheidsschoenen: selectie, gebruik, onderhoud

veiligheidsschoen

De keuze voor de juiste veiligheidsschoen draagt bij aan de veiligheid van de werknemer. Niet elke schoen is geschikt voor elk soort werk. Het maakt bijvoorbeeld veel uit of je in een vochtige of droge omgeving werkt, of je zwaar of licht(er) werk doet, of je op de steiger staat of op de grond.

In 2021 zijn de basisnormen met betrekking tot schoenen met beschermende eigenschappen. Dit betreft onder meer gewijzigde testmethodes, eisen met betrekking tot perforatieweerstand en slipbestendigheid (onder andere ladddergrip (LG)). Ook zijn er twee indelingen bijgekomen (6 en 7).

Fabrikanten hebben 5 jaar de tijd om de aanpassingen te implementeren. Een en ander conform Verordening (EU) 2016/425.

Belangrijkste wijzigingen:

Waterdichtheid – S6 en S7

De vorige normversie gebruikte de aanduidingen WR (waterbestendige schoen) en WRU (waterafstotend bovenmateriaal) om de bestendigheid tegen het binnendringen van water uit te drukken. De aanduiding WRU is afgeschaft en vervangen door de letters WPA. De nieuwe test is ook strenger en kijkt naar de waterbestendigheid van stiksels en niet alleen naar de waterbestendigheid van het materiaal. De beschermende eigenschap ‘waterbestendige schoen’ (WR) is voortaan geïntegreerd in twee nieuwe indelingen: S6 en S7.

Slipweerstand

De vorige normversie kende drie aanduidingen betreffende de slipweerstand:
1. SRA (test op een keramische ondergrond met een reinigingsmiddel)

2. SRB (test op een metalen ondergrond met glycol (olieachtige substantie)

3. SRC (beide testen)

Tegenwoordig maakt de SRA deel uit van de basisvereisten, dus elke schoen moet onderworpen worden aan de test op een keramische ondergrond met een reinigingsmiddel. De SRB is vervangen door een nieuwe test. Schoenen die voldoen aan deze test, krijgen de aanduiding SR. Dit betreft een test op een keramische ondergrond met olie.

Perforatieweerstand

De nieuwe norm maakt onderscheid tussen veiligheidsschoenen met een metalen antiperforatiezool en met een textiel- of composietzolen. Voldoet een schoen aan de testvereisten voor een metalen antiperforatiezool, wordt de markering P toegekend. Bij veiligheidsschoenen met textiel- of composietzolen wordt aan de P de letter L (large) of S (small) toegevoegd, afhankelijk van de grootte van de punt die gebruikt werd bij de perforatietest.

Laddergrip

Voor schoenen met zolen die extra grip hebben op laddersporten is de aanduiding LG toegevoegd in de nieuwe norm.

Slijtbestendigheid

Ook nieuw in de norm is de aanduiding (SC – scuff cap). Schoenen met deze aanduiding zijn voorzien van een slijtbestendige neus (SC - scuff cap), die de neus moeten tegen schuren, stoten of slijtage in het algemeen.

Oliebestendig

Als een zool van de veiligheidsschoenen bestand is tegen het binnendringen van olie, krijgen deze de aanduiding FO (fuel oil). In de oude norm zat deze eigenschap in de basisvereisten.

Algemeen

De keuze voor het juiste schoeisel draagt, zoals gezegd, bij aan de veiligheid van de werknemer. Niet iedere schoen is geschikt voor elk soort werk. Het maakt bijvoorbeeld veel uit of je in een vochtige of droge omgeving werkt, of je zwaar of licht(er) werk doet, of je op de steiger staat of op de grond.

Er zijn verschillende ‘bedreigingen’ voor onze voeten. We kunnen deze grofweg rubriceren in de categorieën mechanisch (zoals stoten, doorboring, enzovoort), thermisch (zoals hitte en koude), chemisch (zoals spatten, onderdompeling, nevel) en elektrisch (zoals statische lading).

In de vernieuwde norm wordt nog steeds onderscheid gemaakt in drie type schoenen:

Code

Betekenis

O

Werkschoeisel (zonder beschermende neus)

S

Veiligheidsschoenen (beschermende neus die een impact van 200 joule kan weerstaan).

P

Beschermschoenen (beschermende neus die een impact van 100 joule kan weerstaan), deze wordt verder niet behandeld

De basisnorm voor alle categorieën is de NEN-EN-ISO 20344:2021. Hierin staan de principes en testmethoden omschreven. Daarnaast zijn er normen voor schoeisel  voor specifieke risico’s zoals het werken met kettingzagen, werken in gieterijen en lassen, bij elektrische en/of chemische risico’s en voor brandweerlieden. Zie hiervoor het document “Schoeisel bij risicovolle werkzaamheden”.

Voor een compleet overzicht van de normen, zie de bronverwijzing onderaan dit artikel.

Veiligheidsschoeisel (S)

Classificatie

Er worden nog steeds onderscheid gemaakt in twee basisklassen

Tabel 1. Klasse-indeling schoeisel

Klasse Omschrijving

  1. leer of ander materiaal m.u.v. volledig rubber/polymeer
  2. volledig rubber/polymeer

Afhankelijk van de klasse worden de volgende categorieën onderscheiden:

Veiligheidsschoeisel (S) Klasse I (leer of ander materiaal m.u.v. volledig rubber/polymeer): bijkomende beschermende eigenschappen

SB

Basiseisen m.b.t.:

  • weerstand en bescherming van het materiaal
  • beschermende neus (200 joule)
  • comfort
  • slipbestendigheid

S1

Basiseisen (SB) +

  • gesloten hiel
  • antistatische zool (A)
  • energieopname van de hak (E)

S2

S1 +

  • waterbestendigheid bovenmateriaal (WPA)

S3

S2 +

  • geprofileerde loopzool
  • perforatiebestendige tussenzool (P)

S6

S2 +

  • waterbestendigheid (WR)

S7

S3 +

  • waterbestendigheid (WR)

 

 

Veiligheidsschoeisel (S) Klasse II (laarzen -volledig rubber of /polymeer): bijkomende beschermende eigenschappen

SB

Basiseisen laarzen m.b.t.:

  • weerstand en bescherming van het materiaal
  • beschermende neus (200 joule)
  • comfort
  • slipbestendigheid

S4

Basiseisen (SB) +

  • antistatische zool (A)
  • energieopname van de hak (E)

S5

S4 +

  • geprofileerde loopzool
  • perforatiebestendige tussenzool (P)

Aanvullend kunnen de volgende eigenschappen/symbolen in het schoeisel zichtbaar zijn.

Tabel 2. Symbolen van aanvullende eigenschappen

Eigenschap

Symbool in schoeisel

Perforatiebestendige zool - metaal

P

Perforatiebestendige zool – textiel of composiet (bestendig tegen kleine scherpe objecten)

PL

Perforatiebestendige zool – textiel of composiet (bestendig tegen (middel)grote scherpe objecten)

PS

Antistatische schoeisel

A

Enkelbescherming

AN

Geleidend schoeisel

C

Koude isolerend schoeisel

CN

Snijbestendig

CR

Energie absorberende hal

E

Elektrostatische (ont)lading (electro static discharge)

ESD

Oliebestendig

FO

Warmte isolerend schoeisel (heat insulation)

HI

Hittebestendige zool (heat resistant outsole)

HRO

Laddergrip

LG

Wreefbescherming

M

Slijtbestendige neus (scuff cap)

SC

Slipweerstand (keramische ondergrond met olie)

SR

Waterbestendig hele schoen

WR

Waterafstotend bovenmateriaal

WPA

Bescherming tegen gesmolten metaal (vloeibaar aluminium)

Al

Bescherming tegen gesmolten metaal (vloeibaar ijzer)

Fe

Bescherming tegen spetterend metaal (lasschoenen)

 

Nadere duiding verderop in dit artikel.

Werkschoeisel

Als we inzoomen op werkschoeisel, is het uitgangspunt een basispakket (Klasse OB) waaraan de schoenen moeten voldoen.

Vervolgens is werkschoeisel verder in te delen op basis van aanvullende beschermingseisen. Afhankelijk van de klasse onderscheiden we de volgende categorieën:

Werkschoeisel zonder teenbescherming (OB)

O1

Basiseisen

  • gesloten hiel
  • oliebestendige zool
  • antistatische zool (A)
  • energieopname van de hak (E)

O2

O1 +

  • waterbestendigheid bovenmateriaal (WPA)

O3

O2 +

  • geprofileerde loopzool
  • perforatiebestendige tussenzool (P)

 

 

Andere markeringen

Alle veiligheids- en werkschoeisel moet worden gemerkt met:

  1. maat;
  2. fabrikant;
  3. typeaanduiding van de fabrikant;
  4. fabricagejaar en (ten minste) kwartaal;
  5. norm, bijv. ISO 20345:2011;
  6. symbolen (s) uit tabel 2.

De markeringen voor 5 en 6 moeten naast elkaar worden geplaatst.

Selectie van schoeisel

Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden zijn er altijd gezondheid- en veiligheidsrisico’s aanwezig. Door middel van een RI&E moeten deze risico’s in kaart worden gebracht. Indien deze niet volledig middels collectieve maatregelen kunnen worden voorkomen/verlaagd, mogen PBM’s worden toegepast. De selectie hiervan moet zorgvuldig gebeuren door:

  • beoordelen van de aard van de risico’s;
  • duur en frequentie van het risico;
  • individuele kenmerken van de werknemer.

Verschillende risico’s

Indien uit de RI&E blijkt dat schoeisel nodig is om de restrisico’s te voorkomen, zijn er twee zaken die spelen, namelijk risico’s:

  • uit het werk (mechanisch, chemisch, elektrisch, thermisch);
  • door het gebruik van ongeschikt of beschadigd schoeisel (waaronder ongemak, onvoldoende bescherming).

Mechanische risico’s

Bescherming tegen stoten en druk

Tabel 3. Bescherming tegen stoten en druk

Bescherming en markering

Gebruikstoepassing (voorbeelden)

Neuzen (SB, S1 t/m S5)

Kans op vallende voorwerpen op de voet

Bescherming middenvoetsbeentje (M)

Uitgebreidere bescherming dan alleen neus (mijnbouw, werken met stenen)

Bescherming enkel (AN)

 Mijnbouw, werken met stenen

Bescherming tegen knippen, penetratie of scherpe voorwerpen

Tabel 4. Bescherming tegen knippenstoten en druk

Bescherming

Veiligheidsschoeisel

Werkschoeisel

Neuzen

Ja, (SB, S1 t/m S5)

Nee

Bescherming tegen penetratie

Ja (SB+P, S3, S5)

Ja (OB+P, O3, O5)

Bescherming tegen scherpe voorwerpen

Ja

Nee

Bescherming tegen schokken of trillingen

Veiligheids- of werkschoeisel (Klasse I en II) is geschikt.

Uitglijdrisico

De meeste ongevallen op de werkplek gebeuren door uitglijden. Als eerste moet dan ook door middel van een RI&E de meest geschikte vloer worden bepaald in de relatie werk-werkomstandigheden. Uiteraard moet eerst gekeken worden naar bronbestrijding (bijvoorbeeld vloeren stroever maken). Vervolgens moet worden gekeken naar het meest geschikte schoeisel in relatie tot de vloer en tegelijkertijd naar de overige risico’s die kunnen optreden.

In de norm NEN-EN-ISO 13287 ‘Persoonlijke beschermingsmiddelen - Schoeisel - Beproevingsmethode voor de bepaling van slipweerstand’ wordt een sliptest gedefinieerd. Het is niet mogelijk om in een laboratorium alle mogelijk voorkomende situaties uit te testen. Zelf uitproberen blijft dan ook noodzakelijk.

Uit de test volgt een drietal categorieën:

  • SRA: getest op keramische tegels, bevochtigd met verdunbare zeepoplossing;
  • SRB: getest op gladde stalen vloer met glycerol;
  • SRC:getest op beide bovenstaande aspecten.

Let op: ‘antislipschoeisel’ biedt geen volledige bescherming tegen uitglijden: opruimen van de gemorste vloeistoffen luidt derhalve de boodschap.

Chemische risico’s

Bij chemische risico’s is het belangrijk gebruik te maken van schoeisel dat is getest conform de ISO 13832-1. Er wordt getest op twee aspecten: afbraak (degradatie) en doordringbaarheid.

De keuze van het schoeisel is afhankelijk van de chemische stof waaraan deze wordt blootgesteld. Zolen van veiligheidschoeisel, bestand tegen stookolie, hebben de codering F0, S1 t/m S5. Werkschoeisel waarvan de zolen bestand zijn tegen stookolie hebben de codering F0.

Bij het werken met brandbare chemicaliën is het aan te raden om antistatisch schoeisel te dragen.

Elektrische risico’s

Antistatisch schoeisel

Antistatisch schoeisel (symbool A in tabel 2) is ontworpen om statische lading op het lichaam af te voeren naar aarde, en biedt tegelijkertijd bescherming tegen net(wissel)spanning tot 240 V.

Antistatisch schoeisel wordt gebruikt op plaatse waar vluchtige stoffen aanwezig (kunnen) zijn en waarbij vonkoverslag door statische oplading van het lichaam brand en/of explosie kunnen veroorzaken maar ook bescherming tegen genoemde netspanning noodzakelijk is.

Antistatisch schoeisel kan ook worden toegepast ter verhoging van het comfort van de mensen.

Let op:

  • Gebruik van antistatisch schoeisel geeft geen garantie op voldoende bescherming tegen elektrische schokken omdat het niet volledig isolerend is.
  • Vanaf klasse S1 is schoeisel standaard voorzien van een antistatische zool.

Geleidend schoeisel

Geleidend schoeisel (symbool C in tabel 2) is ontworpen om zowel netspanning als statische elektriciteit in een zo kort mogelijke tijd naar de aarde af te laten vloeien. Dit vanwege het risico van ontsteken van licht ontvlambare dampen of van stof als er wordt gewerkt in een omgeving met verhoogd explosiegevaar.

Specifieke toepassingen zijn bijvoorbeeld de petrochemische industrie en munitiewerkplaatsen.

Vervuiling van de zolen kan de weerstand van het schoeisel verhogen en de elektrische geleidbaarheid verlagen. De weerstand van de vloer mag de bescherming van het schoeisel niet teniet doen.

Isolerend schoeisel voor werken met elektriciteit

Isolerend schoeisel is ontworpen om te voorkomen dat spanning naar aarde wordt afgevoerd. Dit vereist schoeisel met hoge weerstand.

Voor het werken in elektrische installaties en elektrochemisch werk zijn twee klassen gespecificeerd (NEN-EN 50321):

  • klasse 00: voor gebruik in installaties waarbij de nominale spanning niet hoger is dan 500 V AC of 750 V DC;
  • klasse 0: voor gebruik in installaties waarbij de nominale apanning hoger is dan 1000 V AC of 1500V DC                      .

Gebruikte markering/symbolen (volgens NEN-EN-ISO 20345):

  • dubbele driehoek;
  • bij gebruik kleuren: lichtbruin voor klasse 00 en rood voor klasse 0;
  • klasse.

Risico bij koude/warme omgeving

Veiligheidsschoeisel (Klasse I of II) kan ontworpen zijn voor gebruik in een koude/warme omgeving door integratiegebruik van isolatie. Voor gebruik zie tabel 5.

Tabel 5. Bescherming tegen koude en warme condities

Bescherming

Gebruiksvoorbeelden

Warmte-isolatie van de zool (HI)

Gieterijen/wegwerkers

Warmteweerstand van de buitenzool (HRO)

Gieterijen/laswerk

Koude-isolatie van de binnenzool (CI)

Buiten werken bij koude/in vriescellen

 

Aanbevolen wordt om bij koude ook gebruik te maken van isolerende sokken.

Gebruik in droge en warme condities

In droge en warme omstandigheden is het raadzaam gebruik te maken van schoeisel van de categorieën SB, SI, OB, OI of om klompen te dragen.

De dampdoorlatendheid van het bovenste deel moet zo hoog mogelijk zijn.

Gebruik in natte condities

In natte omstandigheden is het raadzaam om gebruik te maken van volledig rubber of volledig gepolymaliseerd schoeisel. Alternatief is leren schoeisel dat voldoet aan de eisen tegen binnendringen van water/wateropname van het bovendeel (WRU of categorieën S2, S3, O2, O3).

Let op: onder natte omstandigheden is uitglijden een groot risico. De slipweerstand van het gebruikte schoeisel moet zwaar meewegen in de keuze!

Pasvorm

Veiligheidsschoeisel is verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen. Er bestaan zowel modellen voor mannen als voor vrouwen.

Schoeisel moet goed zitten. Helaas hanteert elke producent/leverancier zijn eigen maatvoering qua lengte en breedte, waardoor er niets anders overblijft dan schoenen te passen.

Belangrijk bij het passen:

  • Pas je schoenen met de sokken die je normaal ook zou dragen.
  • Je moet je tenen kunnen bewegen.
  • Je voeten mogen niet schuiven (als je voeten op een hellend vlak naar voren schuiven in het schoeisel, is het schoeisel ongeschikt).

Onderhoud

Veiligheidsschoenen en -laarzen moeten goed worden onderhouden. Nu en dan een poetsbeurt, zoals bij de schoenen die je in je vrije tijd draagt, is niet genoeg. Leren werkschoenen moeten regelmatig en zorgvuldig worden behandeld met leervet. Als dit niet gebeurt, blijven ze niet waterdicht. Ook mogen veiligheidsschoenen niet op of bij de verwarming worden gezet om ze te laten drogen: het leer gaat dan barsten of scheuren. Laat vochtige schoenen dus gewoon drogen bij kamertemperatuur.

Voor gebruik moet de gebruiker het schoeisel controleren op zichtbare gebreken. Zie hiervoor de tool ‘Controle schoeisel voor gebruik’.

De duurzaamheid van schoeisel is afhankelijk van de mate van gebruik. Het maximale gebruik van schoeisel met polyurethaan zolen is drie jaar. Deze verouderingstermijn mag niet worden overschreden.

Isolerend schoeisel moet droog zijn wanneer het wordt bewaard. Vóór elk gebruik moet isolerend schoeisel gecontroleerd worden door de drager op zichtbare schade.

Indien van toepassing moet de isolatieweerstand ten minste elke zes maanden worden gecontroleerd door een deskundige, zoals gespecificeerd in EN 50321.

Tot slot

Kapotte veiligheidsschoenen of -laarzen moeten worden gerepareerd of vervangen. Het werken op veiligheidsschoeisel met losgeraakt stiksel, gaten in de zolen of kapotte neuzen is net zo gevaarlijk als wanneer je op je gewone schoenen zou werken. Zie ook de tool ‘Controle schoeisel voor gebruik’.

Normverwijzing

Norm

Omschrijving

NEN-EN-ISO 20344:2021

Persoonlijke beschermingsmiddelen – Beproevingsmethoden voor schoeisel

NEN-EN-ISO 20345:2021

Persoonlijke beschermingsmiddelen – Veiligheidsschoenen

NEN-EN-ISO 20346:2021

Persoonlijke beschermingsmiddelen – Beschermend schoeisel

NEN-EN-ISO 20347:2021

Persoonlijke beschermingsmiddelen – Werkschoenen

NEN-EN-ISO 20349-1:2021

Persoonlijke beschermingsmiddelen – Schoeisel ter bescherming tegen risico’s

in gieterijen en lassen – Deel 1: Eisen en beproevingsmethoden ter bescherming van risico’s in gieterijen

NEN-EN-ISO 20349-2:2021

Persoonlijke beschermingsmiddelen – Schoeisel ter bescherming tegen risico’s

in gieterijen en lassen – Deel 2: Eisen en beproevingsmethoden ter bescherming van risico’s bij lassen en verwante processen.

NEN-EN 13832-1:2018

Schoeisel voor de bescherming tegen chemicaliën – Deel 1: Terminologie en beproevingsmethoden.

NEN-EN 15090:2012

Schoeisel voor brandweerlieden

NEN-EN-ISO 17249:2013

Veiligheidsschoeisel ter bescherming tegen verwonding door kettingzagen.

NEN-EN 50321-1:2018?C1

Werken onder spanning – Schoeisel voor elektrische bescherming – Isolerend schoeisel en overlaarzen.

NPR-CEN-ISO/TR 186090:2012

Praktijkrichtlijn voor de keuze, gebruik en onderhoud van veiligheids- , beschermings- en werkschoeisel en andere persoonlijke beschermingsmiddelen voor voet- en beenbescherming

 

Arbeidsmiddelen