Laaggeletterdheid aanpakken voor een veilige werkvloer

Foto: Stichting Lezen en Schrijven

"Laaggeletterdheid is een van de meest hardnekkige en indringende vraagstukken in onze samenleving. Naar schatting 2,5 miljoen mensen kampen met dit probleem", zei SER-voorzitter Mariette Hamer onlangs in een speech. De Sociaal-Economische Raad vindt dat de overheid en het bedrijfsleven veel te weinig doen aan het oplossen van een taalachterstand op de werkvloer. Dit artikel gaat in op laaggeletterdheid en de risico’s die dit meebrengt in relatie tot arbeidsveiligheid. Vervolgens wordt stil gestaan bij de diverse mogelijkheden en vormen die er zijn om kennisoverdracht over veiligheid te verbeteren bij laaggeletterde werknemers.

 

Laaggeletterdheid: wat is het en hoe vaak komt het voor?

Wist u dat 1 op de 6 Nederlanders laaggeletterd is? (Bron: Stichting Lezen en Schrijven) Laaggeletterd verwijst daarbij naar de groep mensen die grote moeite heeft met lezen, schrijven en/of rekenen. Zij hebben daardoor onder meer moeite met het doornemen en het invullen van formulieren. Ten onrechte heerst het beeld dat het bij laaggeletterde medewerkers gaat om allochtonen. Zo’n 65% van de laaggeletterden is autochtoon!

Het gemiddelde leesniveau in Nederland ligt op het zogenaamde B1-niveau (zie ook onderstaande figuur). Wanneer een tekst geschreven is op het niveau B1 kan deze door ongeveer 80% van de bevolking goed gelezen en begrepen worden.

VIB-bladen, gebruiksaanwijzingen en veel veiligheidsinstructies zijn echter geschreven op C-niveau. Deze teksten zijn complexer, de zinnen zijn langer en er wordt bijvoorbeeld meer jargon gebruikt.

Sta eens stil bij de grote hoeveelheid Engelse termen die tegenwoordig gebruikt worden of bij een instructie waarbij gebruik wordt gemaakt van een PowerPointpresentatie met volgeschreven sheets.  

Sta even stil bij wat dat betekent voor de overdracht van de kennis naar werknemers. Omdat de teksten te moeilijk geschreven zijn, zijn deze voor een groot deel van de werknemers niet effectief.

De verdeling van 1 op 6 laaggeletterden is daarbij een gemiddelde over de gehele Nederlandse bevolking. Wanneer we inzoomen op de verschillende beroepsgroepen zien we nog vele hogere percentages. Onder schoonmakers, keukenhulpen en hulpkrachten in de bouw loopt het percentage laaggeletterden op tot 1 op 3! Voor effectieve overdracht van veiligheidskennis moet rekening worden gehouden met taal en methode van overdracht.

Taal is van levensbelang

Laaggeletterd leidt tot sociale ongelijkheid en verschillen in gezondheid. 19% van de laaggeletterden leeft volgens het RIVM minimaal 1 jaar onder de armoedegrens. Maar ook binnen het terrein van arbeidsveiligheid zien we de effecten van laaggeletterdheid terug in de cijfers. 5 tot 10% van de arbeidsongevallen wordt veroorzaakt door onvoldoende taalbeheersing. (Bron: Taal en veilig werk, 2014)

Tegenwoordig is het gangbaar informatie te vergaren via internet, afspraken in te plannen via een website en ligt het accent vanuit de overheid op zelfmanagement. Dit is niet voor iedereen haalbaar. Laaggeletterden krijgen dit niet voor elkaar. Hiermee groeit de kloof tussen laaggeletterden en hooggeletterden als wij niet opletten.


Laaggeletterden missen de vaardigheid adequaat om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg terwijl deze gezondheidsvaardigheden steeds noodzakelijker zijn. Maar vertaal dit eens richting veiligheidsvaardigheden!

Voor deze grote groep mensen is het cruciaal dat zij veiligheidsvoorschriften begrijpen en risico’s kunnen inschatten. Veiligheid draait om kennisoverdracht en is er dus bij gebaat dat er meer rekening wordt gehouden met de laaggeletterden.

Welke mogelijkheden zijn er om daar verbetering in aan te brengen?

Kennisoverdracht aan laaggeletteren verbeteren

Verbeteren van kennisoverdracht begint met het herkennen van laaggeletterdheid onder de werknemers. Om de kennisoverdracht aan te laten sluiten op de medewerkers dient men te weten wat het niveau van geletterdheid is. Wat werkt bij wie?

Om meer zicht te krijgen op het taalniveau van een werknemer is het van belang een gesprek aan te gaan met een open houding en normaliseren van het probleem. 'Veel mensen hebben moeite met lezen en schrijven’ of ‘veel mensen vinden een formulier invullen moeilijk”.

Pas wanneer de mogelijkheid tot een open gesprek gemaakt is, kan bijvoorbeeld de veiligheidskundige ook de juiste hulp aanbieden.

Voor het schrijven van mijn eigen afstudeerscriptie Veiligheid en laaggeletterdheid heb ik acht laaggeletterden bereid gevonden plaats te nemen in 'deskundige teams'. Deze teams hebben vier verschillende vormen van kennisoverdracht beoordeeld. Een VIB-blad, een VIB-blad geschreven op B1 niveau, een app die werkt met plaatjes en een voorleesfunctie en een instructiefilm.

Welke mogelijkheden zijn er om kennisoverdracht te vereenvoudigen:

  1. Het omzetten van veiligheidsinformatie in begrijpelijke taal: AI blad-59 begrijpelijke werk- en veiligheidsinstructies biedt 21 schrijfregels om te schrijven in B1 niveau.
  2. Inzetten van visuele en auditieve vormen bij kennisoverdracht over veiligheid. Goedgeletterden gaan ervan uit dat de leerstijl bestaat uit 'uitleggen op schrift, begrijpen, doen'. De leerstijl van laaggeletterden is echter sterker gericht op 'voordoen, laten zien voelen, ervaren, nadoen, automatiseren'. Visuele ondersteuning in de vorm van animaties, tekeningen, filmpjes en herhalen zijn cruciaal. Maak daarbij gebruik van de zogenaamde teach-backmethode. Na het geven van instructies is niet de vraag 'hebben jullie het begrepen?' maar 'heb ik het zo goed uitgelegd en wie heeft er nog vragen?'. De enige vraag waarna je weet of de inhoud is begrepen, is 'kun jij me nu uitleggen wat ik moet doen om deze klus veilig uit te voeren?'.
  3. App: Wanneer er gekeken is naar de digitale vaardigheden van de medewerkers kan een gebruiksvriendelijke app een juiste aanvulling zijn. Door gebruik te maken van plaatjes en foto’s aangevuld met een voorleesfunctie bleken de medewerkers de veiligheidsinstructies wel te begrijpen (wat niet het geval was op basis van schriftelijke instructie).
  4. Reminders, posters met aansprekende plaatjes.
  5. Zorg er bij kennisoverdracht voor dat men niet te veel en niet te weinig informatie verwerkt. Een VIB-blad is compleet maar juist daardoor gaat het zijn doel voorbij.

 

Kennisoverdracht mag aangepast worden op de doelgroep, echter moet je er voor waken dat je het taalniveau van de medewerkers niet aan de buitenkant kunt zien. Het beste zou zijn als de overdracht wordt aangepast aan de mensen die ermee werken en in verschillende niveaus beschikbaar is. Het vertalen van informatie in zowel B-niveau alsmede voorzien van illustraties en een voorleesfunctie geeft het beste resultaat. Dit heb ik ook bij mijn app toegepast die door mijn 'deskundige teams' (twee teams van laaggeletterden) als het duidelijkste en gemakkelijkste is beoordeeld.

Ik heb een plaatje toegevoegd van de app: telefoon.pdf

Tijdens het implementeren waren zowel de originele VIB-bladen alsmede de app voor iedereen voorhanden. Op die manier zorg je er ervoor dat de informatie altijd aansluit.

 

 

Conclusie en aanbevelingen voor een hogere veiligheid

Het is noodzakelijk om bij de overdracht van veiligheidskennis alternatieve manieren van kennisoverdracht in te zetten die aansluiten bij de mate van geletterdheid van de medewerkers, waarbij de inzet van een combinatie van visueel en auditief in de vorm van een app het meest effectief en aansprekend blijkt.

Laaggeletterdheid komt meer voor dan veel mensen verwachten en is vaak minder herkenbaar dan mensen verwachten. Door meer bekendheid van het probleem en meer handvaten om deze aan te pakken kunnen wij ongevallen voortvloeiend uit misverstanden en niet begrijpen van instructies absoluut verkleinen.

Het is een misvatting om te denken dat het goed is om zoveel mogelijk informatie aan te bieden en mappen vol te stoppen met papieren. Juist hierdoor slaat men de plank finaal mis voor een grote groep medewerkers omdat de teksten op een te hoog leesniveau zijn en daardoor volkomen onbegrijpelijk.

Alleen al de grote hoeveelheid lange teksten, kleine letters en symbolen schrikken dusdanig af waardoor het niet effectief is. Hoewel onderzoek aantoont dat de meeste medewerkers niet in staat zijn een VIB-blad begrijpend te lezen, is het toch vaak de enige bron van veiligheidskennis die werkgevers aanbieden.

Instrumenten

Om daar verandering in aan te brengen is het nodig om standaard aandacht te schenken aan geletterdheid. Dat kan met een eenvoudige taalmeter bij een introductie van een bedrijf. Stichting Lezen en Schrijven heeft een aantal basismeters ontworpen. Deze zijn te vinden op www.basismeters.nl. Via het laten doen van een basismeter kan op een snelle, laagdrempelige manier worden uitgevonden of iemand (taal)scholing nodig heeft. Er zijn zes verschillende instrumenten. Hiermee kunnen veel misverstanden en ongevallen worden voorkomen.

Combineer de overdracht van veiligheidsinformatie met het gedragsveranderingsmodel van Marcel Balm en maak werknemers duidelijk waarom veilig werken nou zo belangrijk is.  Het model toont welke zes fases mensen doorlopen als ze hun gedrag aanpassen. Binnen het gedragsveranderingsmodel van Balm zijn begrijpen, willen en kunnen voorwaardes om iets te kunnen gaan doen en volhouden.

We bereiken meer veiligheid door beperkter aan te bieden en alternatieven als filmpjes en apps in te zetten. Tijdens mijn carrière in de bouw heb ik van dichtbij gezien hoe zeer gemotiveerde werknemers tekort werd gedaan als ik de informatie enkel op schrift beschikbaar stelde. In mijn werk combineer ik mijn praktijkervaring met veiligheidskennis en denk ik graag mee over hoe werkgevers beter aan kunnen sluiten op de behoefte van hun werknemers.

 

Lees ook: Taalvaardigheid en instructies

Zoekwoorden
Laaggeletterdheid
Lezen en schrijven

Arbeidsmiddelen