Gevaarlijke stoffen

Presenteer informatie over gevaarlijke stoffen kort en duidelijk

Boeken zoals BIG presenteren gecheckte, veilige informatie over gevaarlijke stoffen

Veilig gedrag kan niet zonder goede informatie over gevaren en risico's. Dat betekent wel dat die informatie voorhanden moet zijn. Bovendien moet de materie voor iedereen die ermee werkt, te begrijpen zijn. In het geval van gevaarlijke stoffen gaat het hier vaak mis. Veel medewerkers snappen de gegevens over allerlei ingewikkelde chemische stoffen niet. Teveel informatie werkt bovendien averechts. Wat moet je dan wel doen?

 

Informatie als voorwaarde voor veilig gedrag

Veilig werken wordt vaak gezien als een product van goede technische en bouwkundige voorzieningen, goede organisatorische voorwaarden zoals bedrijfsregels, procedures, een duidelijke regeling van verantwoordelijkheden, voorlichting en toezicht en het gedrag van de medewerkers zelf. Met name dat laatste is essentieel. Immers alle voorwaarden kunnen goed op orde zijn, als de medeweker niet de juiste handelingen uitvoert en zich onveilig gedraagt, is alles voor niets.

Om dat goede gedrag te kunnen uitvoeren, moet de medewerker wel goed geïnformeerd zijn over de gevaarseigenschappen van de materialen waarmee hij werkt. Dat geldt voor zeer veel soorten activiteiten en zeker ook voor het werken met gevaarlijk stoffen. De medewerker moet die informatie zeer gemakkelijk kunnen vinden en de informatie moet voor hem begrijpelijk zijn. Maar daar gaat het echter in de praktijk vaak mis.

 

Black box

Voor veel medewerkers vormen chemische stoffen een soort black box. Ze zijn in het algemeen in hun vooropleiding weinig onderlegd over chemische stoffen. Zij werken meestal met de chemische stoffen als hulpmiddel of hanteren die als eindproduct.

Anders dan bij veel andere zaken zoals steigers, machines, voertuigen enz. zijn de gevaarsaspecten van chemische stoffen niet direct waarneembaar. Ze zitten in flessen, jerrycans, IBC’s, tanks en van buitenaf is geen enkele indicatie te krijgen over de gevaarsaspecten anders dat dit met etiketten, gevaarssymbolen en ‘hazardzinnen’ duidelijk aan de buitenzijde van de emballage moet worden aangegeven.


Safety data sheets

Er zijn zeer veel informatiebronnen over gevaarlijke stoffen. Er is nog nooit een tijd geweest dat er zoveel informatie beschikbaar is over gevaarlijke stoffen dan in de huidige tijd. Je hoeft maar de naam van een stof of het CAS-nummer in te vullen op Google en tal van SDS-en van die stof zijn beschikbaar. Netjes staan daar de verplichte 16 rubrieken ingevuld en als het een extended SDS (e-SDS) betreft zijn ook de blootstellingsscenario’s beschreven. Voor een groot deel zijn deze echter meer geschikt voor de arboprofessionals en niet voor de ‘gewone medewerker’.

Deze SDS-en zijn bedoeld om de eindgebruiker te informeren over de gevaren van de betreffende stoffen en risico’s die daarbij kunnen optreden. Daarbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat veel gebruikers nauwelijks kennis hebben van chemische zaken en wordt in de SDS-en veel jargon gebruikt.

Wat te denken van termen als H en P-zinnen, CAS-nummer, EINECS-nr., EG-nummer, OEL, PNEL, REACH, TLV, DNEL/DMEL, STEL, STOT, Repr.2, Asp. tox, Aquat. chron, GHS/CLP, LD50 en LC50, TWA, PBT/zPzB stoffen, PNEC (Predicted No Effect Concentration), ADR/RID, IMDG, ICAO, ADN,  LEL, UEL, verpakkingsgroep, IBC-code, TRGS 510 opslagclassificatie, verdelingscoëfficiënt n-octanol/water, bioconcentratiefactor (BCF), enz. Dit nog afgezien van de chemische naam en synoniemen en handelsnamen voor de betreffende stof of het mengsel en haar componenten.

 

Te veel informatie werkt averecht

De gemiddelde werknemer kan er niets mee. Bovendien zijn veel SDS-en veel te dik en daardoor weinig uitnodigend om te lezen. In de praktijk moet de werknemer vaak deze SDS-en opzoeken op intranet van het bedrijf.

Ook komt het voor dat op een centrale plek in het bedrijf (vaak bij de afdeling SHEQ of bij de receptie) vele dikke ordners staan met uitgeprinte SDS-en. De ervaring leert dat in de praktijk deze te omvangrijke informatie nauwelijks wordt geraadpleegd.

 

Pictogrammen

Pictogrammen die op de verpakkingen staan van de chemische stoffen zijn niet vanzelfsprekend voor iedereen duidelijk

 

Drie voorbeelden

 

Het CLP-symbool GHS08 voor lange termijn gezondheidseffecten wordt vaak opgevat als een pictogram dat aangeeft dat de betreffende gevaarlijke stof effecten op het hart kan hebben. Ten onrechte wordt dit symbool ook toegeschreven aan alleen CMR-stoffen (carcinogene, mutagene en reprotoxische effecten). Het gaat echter om tal van lange termijn gezondheidseffecten: naast CMR ook: Nausea (misselijkheid), sensibilisatie van de luchtwegen, STOT (Specific Target Organ Toxicity) bij éénmalige en herhaalde blootstelling) en aspiratiegevaar.

 

Het uitroepteken. Merkwaardige keuze om dit teken voor bepaalde categorieën gevaarlijke stoffen te gebruiken. Dit omdat het uitroepteken meer gezien wordt als algemeen attentiesymbool om op te letten. Het uitroepteken als gevaarsaanduiding bij gevaarlijke stoffen staat echter voor schadelijk (lage acute toxiciteit), huidirritatie, oogirritatie, huidsensibilisatie en STOT (éénmalige blootstelling).

 

Dezelfde onduidelijkheid is er soms ook in andere domeinen. Bijvoorbeeld bij radioactiviteit. Afvalzakken voorzien van het radioactiviteitsteken werden beschouwd als zakken met oude ventilatoren. De zakken werden vervolgens afgevoerd als oud ijzer. Het radioactiviteitssymbool spreekt dus niet altijd voor zich.

 

Informatiebronnen

Bekende informatiebronnen voor gevaarlijke stoffen zijn:

 

Daarnaast is zeer veel informatie over gevaarlijke stoffen te vinden in softwareprogramma ’s als Stoffenmanager, Ecetoc tra, EMKG, ART, Toxic, Aminchi, ChemRADE, Chemwatch. Met enkele van deze programma’s is tevens de wettelijk verplichte stoffenregistratie op te zetten en is de blootstelling op de werkplekken goed in te schatten en zijn korte werkplek- instructiekaarten af te leiden.

 

Werkplekinstructiekaarten

Feitelijk heeft de medewerker genoeg aan zeer korte werkplekinstructie kaarten. Met werkplekinstructiekaarten (WIK’s) kan op de werkplek informatie aan de werknemers worden verstrekt. Op die WIK’s staan van die gevaarlijke stoffen de belangrijkste gevaren, de maatregelen en hoe te handelen bij incidenten puntsgewijs beschreven; een kwart of half A4-tje. Hoe korter hoe beter.

De kunst bij het opstellen van een WIK is er niet veel informatie in op te nemen, maar juist zo min mogelijk. Alleen de hoogst noodzakelijke gegevens. Alle extra informatie maakt dat medewerkers het niet meer gaan lezen. Dan schiet de WIK zijn doel voorbij. Informatie op maat, niet meer dan nodig is, geen jargon, in Jip-en-Janneketaal en direct toegankelijk voor de werknemer.

Men hoeft niet eerst in te loggen in een apart systeem, maar de WIK’s hangen in geplastificeerde kaarten direct naast de opstelling waar met de gevaarlijke stoffen wordt gewerkt (net als de machine veiligheidskaarten): kort en krachtig en zeer toegankelijk.

Vergelijkbaar met de korte instructiebordjes over wat te doen bij brand en ongevallen.

Een voorbeeld van een werkplekinstructiekaart:

 

 

Twee boeken

Twee informatieboeken in de Nederlandse taal even extra belichten. Beide boeken behandelen vele enkelvoudige stoffen en een zeer beperkt aantal mengsels.

 

Het chemiekaarten boek van SDU (Nederland)

Dit boek waarvan de 35ste editie in 2020 is verschenen, bevat informatie over de ca. 1400 meest voorkomende voornamelijk enkelvoudige stoffen. Per pagina wordt beknopt informatie gegeven over de betreffende stof. Beknopt vergeleken met de SDS, maar omdat een zeer klein lettertype wordt gebruikt, is de hoeveelheid informatie toch nog aanzienlijk.

De volgende rubrieken worden gepresenteerd:

Fysische eigenschappen, etikettering, grenswaarden, belangrijke gegevens (onder meer over de reactiviteit met andere stoffen), een beschrijving van de directe gevaren, symptomen, preventie, maatregelen, persoonlijke bescherming, eerste hulp en milieu/opslag.

Alles gecomprimeerd op een A4-tje. In de inleidende teksten op de gele pagina’s wordt veel toelichting gegeven over de meest belangrijke zaken.

Voor de iets meer deskundige werknemer is dit boek prima te gebruiken. Bovendien zeer betrouwbare informatie die elk jaar weer gescreend wordt door een groep deskundigen waarbij de primaire bronbestanden worden geraadpleegd.

Gemist wordt zaken als de reukgrens, de RIR-index (relatieve inhalatie risico) en met welke andere stoffen de betreffende stof een ongewenste reactie kan aangaan.

Een nadeel is de hoge prijs van het boek.

 

Werkplekinstructiekaarten voor chemische agentia

Een uitgave van het Brandweerinformatiecentrum voor Gevaarlijke stoffen (BIG) (België)

Een tweedelige uitgave (A t/m G en H t/m Z) met ca. 1150 chemiekaarten daar werkplekinstructiekaarten genoemd. In tegenstelling tot het Nederlandse chemiekaartenboek zijn deze kaarten in kleur uitgevoerd.

Hier wordt - waarvan dat bekend is - ook de reukgrens vermeld.

De volgende rubrieken worden gepresenteerd:

Arbeidsgrenswaarden, de correctiefactoren voor korte duur metingen met de Photo Ionisatie Detector (PID-meter), identificatie met Dräger en Rae, Toxicologische informatie, PNEC gegevens (predicted no effect concentration op het betreffende ecosysteem), fysische en chemische eigenschappen, beschrijving van de gezondheidsrisico’s en symptomen, opslag en overslag, Seveso-drempelwaarden (BRZO/PBZO/BEVI), transportinformatie.

In de inleidende teksten op witte pagina’s wordt veel toelichting gegeven over de meest belangrijke zaken.

Ze worden in het BIG-boek werkplekinstructiekaarten genoemd, maar feitelijk bevatten de kaarten te veel informatie en ook nog te veel jargon om ze als werkplekinstructiekaarten te beschouwen. Ook dit boek wordt elk jaar up to date gehouden.

 

Lees ook: 

Blootstellingsbeoordeling van gevaarlijke stoffen

Werkplekinstructiekaart voor gevaarlijke stoffen

 

 

 


Source URL: https://www.arbeidsveiligheid.net/veiligheidsartikelen/gevaarlijke-stoffen/presenteer-informatie-over-gevaarlijke-stoffen-kort-en