Arbobeleid

Veiligheidskundige modellen: de badkuipkromme

De badkuipkromme: het leven van mens en machines

In een reeks artikelen besteden wij aandacht aan enkele veiligheidskunde modellen of principes (denkplaatjes). Het idee hiertoe is afgeleid van de bekende veiligheidskundige Walter Zwaard, die hierover ook een boek heeft geschreven.

Zwaard geeft expliciet aan, dat het werken met modellen en plaatjes voordelen heeft: ze vergemakkelijken vaak de communicatie en schetsen soms ook een breder beeld dan voor slechts één specifieke situatie. 

Nadeel van denken in modellen is dat deze ook blikvernauwend kunnen werken en een te grote afstand kunnen hebben tot bepaalde praktijksituaties. 

De badkuipkromme

Veiligheid heeft veel te maken met de betrouwbaarheid en beschikbaarheid. Zowel van mensen als van technische systemen. Echter geen enkel product, machine of systeem heeft het eeuwige leven. Dat geldt ook voor mensen en organisaties.

De badkuipcurve

Systemen en machines

Aan het begin van de levensduur van een systeem is er vaak sprake van kinderziekten: apparaten, machines of systemen moeten in deze beginfase vaak nog aanpassingen ondergaan vanwege de lokale bedrijfsomstandigheden of specifieke wensen van de gebruikers. 

Aan het eind van de levensduur treden ‘ouderdomsverschijnselen’ op. Onderdelen van het systeem hebben hun uiterste levensduur bereikt en beginnen te falen of uit te vallen. Deze moeten worden gerepareerd of vervangen. 

Producten worden ontworpen, geproduceerd, getransporteerd, toegepast, gerepareerd, afgebroken en tenslotte afgevoerd als afval. Waar mogelijk komen ze tegenwoordig in recyclingbedrijven terecht waar onderdelen van de producten mogelijk een nieuwe bestemming en gebruikstoepassing krijgen.

Medewerkers

Bij de mens geldt hetzelfde. Bij de zeer jonge medewerkers ontbreekt het aan ervaring, competenties, risicobesef en vaak ook nog aan kennis om bepaalde situaties te hanteren. De eerder door hen gevolgde scholing was vaak te generiek en te theoretisch. 

Onderwijsinstellingen lopen vaak ook achter vergeleken met de vele nieuwe ontwikkelingen in het bedrijfsleven. Veel docenten in het onderwijs hebben te weinig binding met de praktijk, zijn fulltime als docent werkzaam en kunnen daardoor geen praktijkkennis overbrengen. 

Met de hulp van onder meer inwerkprogramma’s, training en scholingsprogramma’s, werken met buddy’s/mentoren proberen bedrijven bij jonge nieuwe medewerkers de praktijkkennis bij te spijkeren, maar ervaring moet toch in de loop der jaren worden opgebouwd. 

Aan het eind van het werkzame leven is het aanpassings- en reactievermogen van veel ouderen niet meer optimaal. En omdat de interne herstelprocessen in het lichaam beginnen af te nemen (in jargon: het DNA-repairsysteem gaat steeds minder goed en snel functioneren), beginnen de fysieke ouderdomskwalen. 

Een bijkomend verschijnsel is dat ouderen vaak door gewenning te veel op hun routine werken en minder open staan voor nieuwe systemen. Daarbij komt in versnelde mate de toenemende digitalisering en AI hetgeen voor ouderen in gemiddeld moeilijker te begrijpen is dan voor jongeren.

Bij ouderen kan ook nog het effect optreden dat zij door het werk enigszins uitgeblust zijn.

Ter relativering: bovenstaande is zeer algemeen en generaliserend gesteld. Tussen personen kunnen daarin zeer grote verschillen optreden. 

Bovendien geldt dat bij de badkuipcurve van de medewerkers de vloer van de badkuip niet gedurende de hele werkperiode horizontaal zal zijn. Medewerkers kunnen als ze wat jonger zijn in een fase zitten van jonge ouderschap en als ze wat ouder zijn in een mantelzorg situatie zitten waardoor de inzet op het werk minder is en mogelijk ook hun alertheid op risico’s. 

Wat te doen?

Bij het beoordelen van de veiligheid en de risico’s in het bedrijf moet daarom gekeken worden in welke fase de machines, apparaten, de systemen en ook de mensen in het bedrijf zich bevinden. 

Bij de machines: hoe oud zijn de machines, hoe ziet het preventief periodiek onderhoud eruit, hoe ziet het repressief onderhoud eruit. Hoe legt de Technische Dienst haar prioriteiten: productie versus veiligheid. Is er een prioriteitenlijst van zaken die veiligheidstechnisch per se op orde moeten zijn? Er is een beleid ten aanzien van het zogenaamde aging?

In de Seveso-bedrijven is daar in toenemende mate aandacht voor: verouderde industriële en chemische installaties kunnen een steeds groter risico gaan vormen. Niet alleen voor de medewerkers binnen het bedrijf zelf, maar ook – bij grote chemische bedrijven – voor de omgeving. Een overduidelijk voorbeeld van aging en achterstallig onderhoud was de ramp in Bhopal in 1984 in India.

Bij de medewerkers: wat is de leeftijdsopbouw van de medewerkers. Hoe ziet het verloop eruit? Hoe wordt geïnvesteerd in duurzame inzetbaarheid om de medewerkers productief tot aan het eind van hun loopbaan te houden. Hoe wordt voorkómen dat zij rechts in de badkuip naar boven gaan, te veel op hun routine gaan werken, minder alert worden, meer ongevallen veroorzaken, uitgeblust raken. Bedrijven die dit onderkennen investeren hierin en werken bijvoorbeeld voor leidinggevenden ook aan een bewust demotiebeleid.

De metafoor van de badkuipkromme is hiervoor een aardig hulpmiddel.


Source URL: https://www.arbeidsveiligheid.net/veiligheidsartikelen/arbobeleid/veiligheidskundige-modellen-de-badkuipkromme