Trillingen onder controle

Bijna alle machines, apparaten, voer- of werktuigen brengen mechanische trillingen voort. Dergelijke trillingen kunnen negatieve gevolgen hebben voor de mensen die eraan blootgesteld zijn. In het kader van hun opleiding veiligheidskunde wilden enkele cursisten nagaan hoe het gesteld was met de aanpak van mechanische trillingen op de werkvloer. Hiervoor hebben ze een rondvraag georganiseerd bij een aantal bedrijven. De resultaten hiervan gaven een beeld van de actuele implementatieproblematiek. Het projectwerk leverde een handig instrument op om de preventiemedewerker wegwijs te maken in de materie en efficiënt aan de slag te gaan.

Wetgeving
Vanuit de Europese richtlijn 2002/44/EG zijn in onze wetgeving de volgende actiewaarden voor lichaams- en hand/armtrillingen (zie tabel) vastgesteld:

 

Hand/armtrillingen

Lichaamstrillingen

Actiewaarde

2,5 m/s2

0,5 m/s2

Grenswaarde

5 m/s2

1,15 m/s2

Actiewaarde: de waarde, herleid tot een standaard referentieperiode van 8 uur, waarboven de werkgever actie moet ondernemen om de blootstelling tot een minimum te beperken

Grenswaarde: de waarde, herleid tot een standaard referentieperiode van 8 uur, waarvan de overschrijding verboden is

Voor zwangeren en andere werknemers die behoren tot een ‘bijzondere categorie werknemers’ (zoals werknemers met rugklachten) wordt in de wetgeving een grenswaarde gegeven van 0,25 m/s2.

Het meten van trillingen
Meten van trillingen is geen eenvoudige materie. Daarom mag de werkgever de blootstellingsniveaus in de eerste plaats beoordelen, aan de hand van observaties van de specifieke werkmethoden en van de informatie die de leverancier van het materiaal  geeft over het waarschijnlijke trillingsniveau. Als deze gegevens niet voldoende zijn, moeten ze aangevuld worden met metingen. De werkgever moet ook metingen laten uitvoeren op vraag van de preventieadviseur. De werkgever mag de metingen zelf uitvoeren op voorwaarde dat hij over de nodige deskundigheid beschikt. Zoniet, dan moet hij een beroep doen op externe deskundigen.

Afhankelijk van hoe de gemeten waarden zich situeren tegenover actiewaarden en grenswaarden, moet de werkgever acties ondernemen en eventueel gezondheidstoezicht organiseren. Voor arbeidsmiddelen die vóór 6 juli 2007 ter beschikking van de werknemers gesteld werden en waarbij men niet onder de grenswaarden kan komen, zijn de bepalingen i.v.m. het overschrijden van de grenswaarden pas van toepassing vanaf 6 juli 2010, in de land- en bosbouw vanaf 6 juli 2014.

Gezondheidsrisico’s van trillingen
Trillingen hebben onmiskenbaar effect op het menselijk lichaam. Het effect is afhankelijk van een aantal factoren:

  • het aantal trillingen per seconde;
  • de snelheid van de trillingen;
  • de intensiteit van de trillingen;
  • de (on)regelmatigheid van de trillingen;
  • de plaats van contact met het lichaam;
  • de duur van de blootstelling. 

Hand/armtrillingen
Werknemers die schokkend of stotend handgereedschap gebruiken, zijn vaak blootgesteld aan hand/armtrillingen. Het gaat om pneumatische hamers, nietpistolen, motorkettingzagen, boorgereedschap, trilnaalden, slijpgereedschap.Er bestaat een directe relatie tussen gebruik van trillend handgereedschap en schouder- en armklachten, hand/armvibratiesyndroom (ziekte van Raynaud of het wittevingersyndroom) en het carpaal tunnel syndroom.

Lichaamstrillingen
Vooral bestuurders van tractoren, vorkheftrucks, kranen, grondverzetmachines, vrachtwagens en andere zware voertuigen worden dagelijks blootgesteld aan lichaamstrillingen.
Zij hebben vaak af te rekenen met lage rugklachten, spierklachten, problemen met prostaat, menstruatie en de blaas, maagproblemen, vervaging van beeld op het netvlies. Vrouwen blootgesteld aan lichaamstrillingen hebben een verhoogde kans op vroeggeboorten.

Rondvraag
De cursisten hebben een rondvraag georganiseerd bij bedrijven over de aanpak van trillingen op de werkvloer. 56 van de 180 aangeschreven bedrijven hebben geantwoord, wat neerkomt op 31%. Het blijkt dat deze problematiek geen hoge prioriteit toegekend krijgt. Sommige bedrijven verkiezen eerst andere risico’s aan te pakken, andere laten deze materie behandelen door de dienst arbeidshygiëne of de bedrijfsarts.

De rondvraag was opgebouwd rond vier punten:

  • Kennis
    Hoe heeft men de noodzakelijke basiskennis verworven, de verantwoordelijken binnen het bedrijf op de hoogte gebracht en de mate van toepasselijkheid beoordeeld?
  • Plan van aanpak
    Welke benaderingswijzen heeft men gekozen uitgaande van de bestaande situatie, met de hulp van de nodige betrokkenen en met raadpleging van de geschikte informatiebronnen?
  • Uitvoeren van maatregelen
    Welke ervaringen heeft men opgedaan bij het effectief implementeren van acties op materieel en informatief vlak?
  • Trillingsmonitoring
    Hoe verzekert men de actualisering van de betreffende gegevensbank en de blijvende opvolging van de problematiek vanuit de invalshoeken van de verschillende spelers?


Kennis
Meestal is men via de klassieke informatiebronnen op de hoogte gesteld van wetgeving over mechanische trillingen. Dit gaat van het lezen van de Staatscourant en informatie van de SZW, over contacten met de arbodienst, het doornemen van vakliteratuur tot het volgen van cursussen. Vaktechnische bronnen blijken dus heel belangrijk.
Om de toepasselijkheid van de wetgeving binnen het bedrijf te beoordelen werden risicoanalyses en metingen uitgevoerd. Sommige bedrijven gaven er de voorkeur aan eerst de werkplaatsen of project locaties  te onderzoeken en daarna de machines of arbeidsmiddelen. Het vaststellen werd soms als moeilijk ervaren.

Plan van aanpak
Verschillende partijen werden betrokken bij het opstellen van het plan van aanpak: de directie, leden van de hiërarchische lijn, de vakbonden, de arbodienst én leveranciers. In een bepaald bedrijf werd een ‘werkgroep trillingen’ opgericht.

Knelpunten werden geïnventariseerd aan de hand van een risicoanalyse, al dan niet multidisciplinair of met specialisten. Ook interviews, rondgangen, toolboxmeetings en brainstormsessies dienden als input.
Vooral werkplekanalyses en ad hoc trillingsmetingen werden aangewend om tot actie over te gaan.

Specifieke problemen waren

  • het overschrijden van de actiewaarde en zelfs het evenaren van de grenswaarde;
  • de ontsteking van pezen door gebruik van een hogedrukreiniger;
  • het feit dat de vermindering van blootstelling in de meeste gevallen geen optie was.

Het aankoopbeleid is een sleutel in de toepassing van de nieuwe wetgeving. Indien van toepassing voegt de preventiedienst de eisen m.b.t. trillingen toe aan de bestelling. Ook de technische dienst wordt erbij betrokken. Bepaalde bedrijven maken gebruik van een lijst met goedgekeurde leveranciers. Opleiding is een essentieel gegeven, ook voor alle betrokkenen in het aankoopproces.

Uitvoeren van maatregelen
Concrete acties omvatten zowel sensibilisering: trillingen als maandthema veiligheid, wetgeving vertalen in een praktische gids, ..., als specifieke preventieve acties: nieuwe dempingen onder machines, alternatieve werkmethoden om bv. geen grote afstanden te moeten rijden met heftrucks, aanpassen van de arbeidspost,... De acties gaan meestal onmiddellijk van start.

De doelstellingen die het bedrijf hiermee voor ogen heeft, zijn:
- sensibilisatie van medewerkers
- trillingen als aandachtspunt opnemen in een controlelijst van periodieke observatierondes
- een beter aankoopbeleid op poten zetten

Trillingsmonitoring 
Voor de opvolging van de trillingsproblematiek wordt een beroep gedaan op het ganse pallet van betrokkenen: de hiërarchische lijn, de operatoren, logistieke medewerkers, de vakbonden, de preventiemedewerker, de arbodienst.

Actualiseren van de trillingsgegevens vindt met verschillende frequenties plaats (jaarlijks, om de vier jaar, om de drie maanden, …) naargelang de gehanteerde werkmethoden: bijvoorbeeld herziening van arbeidspostanalyses, rondgangen met de preventieadviseur (intern of extern) en uiteraard ook bij gewijzigde omstandigheden of klachten.

Blijvende doeltreffendheid wordt o.a. verzekerd door

  • het vastleggen van maatregelen in instructies of procedures;
  • opleidingen;
  • het dynamisch risicobeheersingssysteem;
  • continue opvolging door jaarlijkse metingen, bijeenkomsten van de werkgroep, klachtenmeldpunt;
  • jaarlijkse taakrisicoanalyses.

Trillingen blijft onbekend terrein
Bedrijven signaleren dat bescherming tegen mechanische trillingen een moeilijke materie is, zeker voor kleine bedrijven. Bovendien hebben veel arbodiensten ondertussen wel de nodige apparatuur maar de knowhow in de materie is beperkt. Mechanische trillingen en hun aanpak is voor de meeste betrokkenen nog vrij onbekend terrein, er is dus zeker nood aan meer informatie en vorming.

Stappenplan
Vanuit de literatuur en de ervaringen met de praktische implementatie op het terrein, zijn de cursisten tot een stappenplan gekomen. Het plan laat toe de trillingsproblematiek in het bedrijf in kaart te brengen en een actieplan uit te werken.

  1. Inventariseer de bronnen (machines, voertuigen,…) die voor trillingen kunnen zorgen.
  2. Ga na of u trillingsgegevens terug kan vinden bij de leverancier of andere instanties.
  3. Voer desgevallend zelf metingen uit of laat ze uitvoeren.
  4. Bekijk de omstandigheden waarin en de wijze waarop het arbeidsmiddel gebruikt wordt.
  5. Bepaal de effectieve blootstellingsduur van de betrokken werknemers.
  6. Bereken de dagelijkse blootstelling of blootstellingsduur per dag met de formule A(8) = a t waarbij A (8) = dagelijkse blootstelling, 8 A = gemeten versnelling over een tijd t
  7. Stel technische en/of organisatorische maatregelen voor.
  8. Plan het gezondheidstoezicht.
  9. Organiseer voorlichting en opleiding voor de werknemers.

Studie lichaamstrillingen
Recent heeft in België het Fonds voor Beroepsziekten een studie uitgevoerd naar mechanische trillingen ter hoogte van de rug in voertuigen. De metingen werden uitgevoerd op heftrucks, vrachtwagens en werfmachines. Onderzochte elementen zijn de ondergrond, de snelheid waarmee gereden wordt, de aandrijving (bij heftrucks) en de uitrusting.

De ondergrond bleek de voornaamste factor voor de intensiteit van de trillingen. Als de ondergrond goed is, worden de factoren snelheid en uitrusting belangrijker. Er zijn nog andere factoren die de intensiteit van de trillingen beïnvloeden. Een ervan is de massa: die zal de trilllingen dempen. Ook de massaverdeling speelt een rol. Een andere niet te onderschatten factor is de rijstijl van de chauffeur. Bruusk stoppen en optrekken geeft sterk verhoogde waarden.

Gebaseerd op het projectwerk van Cheyns P., Geenens L., Jansen P., Peeeters D. en Staessens G., Het KB ‘Mechanische trillingen’: Actuele implementatieproblematiek, overgangscursus UAMS, 2005/2006

Dit artikel is met toestemming overgenomen van Prevent.be

Arbobeleid