Hoe stimuleer je veilig werken met nudging?
Veel mensen werken op de automatische piloot. Zij staan er niet bij stil of hun routine ook anders kan, omdat ze de handelingen altijd zo doen. Gewoontegedrag verander je niet gemakkelijk; alle toolboxen, regels en sancties ten spijt. Nudges kunnen effectiever werken, zo onderzocht ook het RIVM. Een nudge geeft een duwtje in de goede richting, zonder mensen in hun vrijheid te beperken.
Ken je de vlieg in de urinoirs op Schiphol? Dit is misschien wel de meest bekende nudge die er bestaat. Ook de eerste nudge trouwens. En als je je nu afvraagt wat dit te maken heeft met veiliger gedrag op de werkvloer, blijf dan vooral lezen!
Maar eerst nog die vlieg in de wc-pot. Luchthaven Schiphol had last van mannen die bij het plassen slecht richten in het urinoir. Slecht mikken resulteerde in ‘splashbacks’, wat reizigers een onhygiënisch gevoel gaf bij het gebruiken van de toiletten. Daarbij zorgde het voor stankoverlast en hoge schoonmaakkosten.
Daarom bedachten ze op Schiphol een list. De vlieg trok de aandacht, waardoor mannen onbewust het gewenste gedrag gingen vertonen: beter mikken in het urinoir. En dat is bij uitstek de vertaling van een nudge: iets dat onbewust ervoor zorgt dat gedrag beïnvloed wordt.
Gewenst gedrag
Een nudge is een duwtje in de gewenste richting voor veiliger gedrag op de werkvloer. Een nudge zet je vooral in, wanneer mensen eigenlijk wel weten wat het gewenste gedrag is, maar waarbij het – om wat voor reden dan ook – toch niet altijd lukt om dat gedrag te vertonen. Dat geldt ook voor het vertonen van veilig gedrag op de werkvloer. Dat is goed te verklaren.
Dagelijks krijgen we (en daarmee ons brein) een stortvloed aan informatie te verwerken. En in tegenstelling tot wat we lang gedacht hebben, nemen wij het grootste deel van alle beslissingen (tussen de 95 en 99%) onbewust. Dat betekent dat we bij 95-99% van de beslissingen dus niet ‘echt’ nadenken over wat het gevolg van die beslissing is. Dit kan resulteren in een beslissing die niet de beste is voor onszelf in het heden, of voor onze toekomst.
Maar waarom doen we dat dan toch? Omdat weloverwogen beslissingen heel veel tijd en (cognitieve) moeite kosten. En die tijd en energie hebben we vaak niet. Dus eigenlijk helpt ons brein ons een handje. Daarbij maakt ons brein gebruik van vuistregels (heuristics) en denkfouten (biases). Met nudging laat je deze vuistregels en denkfouten eigenlijk voor je werken: ze spelen in op het onbewust nemen van beslissingen en zorgen er dus voor dat je automatisch het gewenste gedrag vertoont.
Onbewust bewust
En dat is iets dat veiligheidskundigen zich goed moeten realiseren; veel gedrag is onbewust. Borden en instructies wijzen mensen op allerlei risico’s, maar als zij die waarschuwingen niet registreren, hebben ze ook geen zin. Aanwijzingen voor omleidingsroutes moeten wel gezien worden en bovendien moet iemand erover gaan nadenken.
Op de weg is veel gedrag niet bewust. Bestuurders denken vaak niet na over verkeersborden en -regels als zij achter het stuur zitten. Zij zijn bezig met de plek waar naartoe ze op weg zijn, met de boodschappen, hun werk. Daarom kan een nudge goed helpen. Die speelt immers in op het onderbewuste.
Hoe concreter, hoe beter
Alles en iedereen kun je nudgen. Een nudge komt in veel verschillende vormen of gedaantes. Je moet wel weten welk gedrag je exact wil beïnvloeden. Daarbij geldt: hoe concreter hoe beter. Kreten als ‘werk veilig’ zijn veel te algemeen. Bovendien interpreteert iedereen ze anders. Mensen vullen zo’n boodschap op hun eigen manier in of zij vragen zich af wat ermee wordt bedoeld. Te algemeen werkt niet.
Daarom is het goed om een gewenste gedraging uit te lichten. Stimuleer dat mensen een helm dragen, zich aan afspraken houden of hun rommel opruimen. Zet daarop in. De kans dat het goede gedrag zich verspreidt als een olievlek is groot. Dit kun je steeds verder uitbreiden met nieuwe gedragsregels, de motivatie groeit, met het gevolg dat de werkvloer steeds veiliger wordt.
Kortstondig en combineren
Maar eenzelfde nudge kun je niet eindeloos inzetten. Een specifieke interventie werkt kortstondig. Dus bij een project dat enkele jaren gaat duren, moet je afwisselen. Het beste werkt een combinatie van bewuste en onbewuste interventies. Dus een nudge en bijvoorbeeld een verkeersbord dat aangeeft wat iemand moet doen.
Een voorbeeld bij wegwerkzaamheden. Behalve borden die de maximum snelheid aangeven, kan er op verschillende andere manieren worden geattendeerd op niet te hard te rijden. Teksten als ‘Mijn vader is hier aan het werk’ spelen in op het gevoel. Hierdoor remmen bestuurders automatisch toch af, want iedereen kan zich iets bij de boodschap voorstellen.
Toch zien frequentere voorbijgangers zo’n waarschuwing van een ‘kind’ na een paar keer niet meer. Daarom is het goed te variëren en geregeld af te wisselen. Plaats bijvoorbeeld borden met: Over 3 kilometer mag je weer 100 kilometer per uur. Over twee weken zijn wij hier klaar. Het is namelijk goed om een ‘nare’ ervaring waarover mensen zich kunnen opwinden (oponthoud, omleidingen), positief te eindigen. Dan is de frustratie van het ongemak snel vergeten.
Nudging: de omgeving zó inrichten dat je niet anders kan dan veilig werken.
Nudging werkt dus via het onbewuste gedeelte van ons brein. Door het toevoegen van een nudge verander je de keuzearchitectuur in een bepaalde situatie. De keuzevrijheid blijft, maar je maakt één keuze aantrekkelijker en makkelijker, zodat deze eerder gekozen wordt. Laten we kijken naar wat voorbeelden op de werkvloer.
Een groot internationaal bouwbedrijf ging actief aan de slag om een veiligere werkomgeving te creëren. Het implementeerde namelijk een nudge waardoor er een stuk minder ongevallen gebeurden op de bouwplaats. Bij elke ingang van de bouwplaats plaatste de onderneming spiegels met de tekst: ‘Wie is er verantwoordelijk voor veiligheid vandaag?’
Spiegels zorgen voor meer zelfbewustzijn bij mensen, waardoor we geprikkeld worden om ‘bewust’ na te denken over veilig werken. Door het implementeren van deze nudge wordt de (onbewuste) keuze voor het vertonen van veilig gedrag makkelijker. En uit een evaluatie die honderd dagen na het implementeren van deze nudge werd gedaan, bleek dat er geen enkel ongeval was gebeurd!
Zo’n spiegel is dus een heel goed voorbeeld van een nudge. Ook de borden die we veel zien in woonwijken, waarbij mensen een lachend gezicht krijgen als ze minder dan 30 km/h rijden is een vorm van een nudge.
Ook het beïnvloeden van het verkeer rond een werkvak kun je nudgen. Denk bijvoorbeeld aan een optische illusie bij een zebrapad, waardoor passanten automatisch (en dus onbewust) langzamer gaan rijden omdat ze de situatie niet precies kunnen duiden.
Belijning werkt ook altijd goed. Mensen volgen strepen die aangeven waar bijvoorbeeld de fiets te parkeren of de juiste route te volgen, vaak goed op. Zo zijn er dus verschillende nudges te bedenken die passen bij verschillende contexten. Het is wel altijd belangrijk dat contextuele factoren goed worden meegenomen.
Het inspelen op de extra calorieën die worden verbrand door het volgen van de omleiding werkt vast bij een specifieke doelgroep, maar hoef je bijvoorbeeld niet voor te schotelen aan bewoners van een verzorgingshuis. Mensen kunnen namelijk moeite hebben met lopen of fietsen en hebben dan geen boodschap aan het verbranden van extra calorieën. Zij zijn er namelijk (nog meer dan mensen in het algemeen) bij gebaat om met zo min mogelijk moeite op plaats van bestemming te komen, omdat de tocht al inspanning genoeg kost.
De doelgroep
Voor het toepassen van een geschikte nudge, is het dus altijd belangrijk om de situatie en de doelgroep goed in kaart te brengen, te kijken wat al die mensen beweegt en vervolgens op basis van díe informatie ervoor te zorgen dat je de juiste nudge inzet om het gewenste gedrag te bereiken.
Je moet je verdiepen in de de locatie en de mensen die je wilt aanspreken. In Friesland kan het goed werken om mensen in het Fries aan te spreken, maar in een vakantieperiode wanneer er veel toeristen zijn weer niet. Dan schiet je je doel voorbij.
In de buurt van een basisschool is het een goed idee om borden met het Dick Bruna's konijn nijntje erop te plaatsen. Nijntje refereert aan kinderen. Bij de gedachte dat kinderen kunnen oversteken, houden veel mensen automatisch hun snelheid in. Bovendien willen veel mensen bij de associatie aan kinderen het goede voorbeeld geven.
Banners om een bouwplaats kun je ook als nudge inzetten. Aan de buitenkant kun je informatie plaatsen voor passanten. Aan de binnenkant kun je werknemers aansporen tot veilig gedrag met teksten als: heb jij de benodigde certificaten om hier veilig te kunnen werken? Ruim je rommel op. Creëer een veilige situatie voor jezelf en je collega’s.
Duurzame gedragsbeïnvloeding
Een nudge is dus een goede techniek - een van de instrumenten - die kan bijdragen aan gedragsverandering. Het kost niet veel geld, terwijl er wel veel winst mee is te behalen. Een nudge speelt in op het automatische gedrag van mensen.
Arbeidsongevallen gebeuren vaak door verschillende factoren. Techniek, omgeving, gedrag. Soms is een nudge dan niet genoeg. Aanvullend, als stimulans hebben nudges zeker hun effect bewezen.